Praktijkvoorbeelden

Praktijkvoorbeeld Coaching - Therapie

Mieke heeft last van faalangst op haar werk. Als zij iets doet kan het bijna nooit goed of goed genoeg zijn. Ook vindt ze het lastig te beginnen aan iets nieuws. Ze zou graag een cursus willen volgen maar de gedachte daaraan beneemt haar al letterlijk de adem. Mieke slaapt slecht door de onrust die haar dit geeft. 

Mieke komt de praktijk binnen en gaat in haar stoel zitten.

Therapeut: ik hoorde je zuchten toen je ging zitten.
Mieke: ja, ik ben doodop, het zit me in de weg. 
Therapeut: het?
Mieke: die cursus.
Therapeut: vertel eens?
Mieke: het is teveel.
Mieke kijkt opeens erg verdrietig en hangt met haar schouders naar voren.
Therapeut: wat gebeurt er nu Mieke?

Mieke toont voorzichtig haar verdriet en haar onmacht. De therapeut moedigt haar aan daar meer over te vertellen. Op welke momenten ze het benauwd krijgt bijvoorbeeld en wat ze dan nog meer fysiek ervaart. En welke gedachten en emoties ze daarbij gewaar wordt. 

Stapje voor stapje durft Mieke haar gedachten en gevoelens toe te laten en in gesprek te brengen. Dat alleen al geeft haar lucht. Ze kan weer rechterop in haar stoel zitten en samen met de therapeut onderzoeken wat haar verder helpt.


Praktijkvoorbeeld Relatietherapie

Als geruzie een vast patroon wordt houdt een relatie meestal niet lang stand. Ruzie kan vernietigend zijn voor elke relatie, een goede ruzie gelukkig niet. Er zijn genoeg stellen die hier mee worstelen, zij komen steeds vaker bij mij voor coaching.

Neem bijvoorbeeld Daphne en Jeroen. Als Daphne iets dwars zit wil ze dit met Jeroen bespreken. Jeroen reageert hier vaak fel op door te zeggen dat het onzin is waar Daphne mee zit. Hij komt met allerlei redenen waarom dingen gaan zoals ze gaan en dat haar onvrede gewoon haar eigen schuld is. Daphne voelt zich op die momenten erg alleen, ongezien en onbelangrijk. Jeroen ziet dit niet in en inplaats van te praten ontstaat veelal ruzie. De kern van het probleem is dat zowel Daphne als Jeroen vooral met zichzelf bezig zijn en geen aansluiting meer vinden bij elkaar. Ze zien niet wat er in de ander omgaat en kunnen zich onvoldoende verplaatsen in elkaar. Wat ik zie als coach is vooral hun onmacht.

Onmacht
Onkunde veroorzaakt vaak onmacht. Mensen willen wel met elkaar communiceren maar weten soms niet meer hoe merk ik. Daarnaast kan er sprake zijn van te weinig erkenning en respect voor elkaar. Mensen kunnen elkaar echt radeloos maken door gebrek aan aandacht of het uitspreken van vreselijke dingen naar elkaar. Meestal is dit niet zo gemeend maar stellen hebben niet altijd de kennis en vaardigheden om elkaar te kunnen begrijpen. Bij Daphne ontstaan emoties waardoor zij zich gemakkelijk bozig of chagrijnig gaat uiten waarbij Jeroen niet meer weet hoe hij hierop moet reageren. Dit leidt tot ruzies en spanningen. Het voeren van een constructief gesprek lukt hen niet meer.

Waar ben je mee bezig? 
De relatie is ooit begonnen vanuit de liefde voor elkaar maar door onmacht is deze liefde ontwricht. Bij Daphne en Jeroen zag ik hun positieve omslag met het creëren van bewustwording: hoe doen wij eigenlijk tegen elkaar (ruzie en de aanloop) en wat bereiken we hiermee? In mijn praktijk houd ik mij nooit bezig met de schuldvraag, ofwel wie er ‘gelijk’ heeft. Ik houd stellen wel een spiegel voor en geef tips en oefeningen om handiger en vooral constructiever te leren communiceren. Ik bied de tools om elkaar binnen de relatie in hun eigen waarde te laten, elkaar te respecteren en met elkaar te blijven praten. Met als ultieme doel: het terugvinden van de liefde. 

Nooit meer ruzie? 
Geen ruzie bestaat niet, goede ‘ruzies’ bestaan gelukkig wel. Hoewel het soms moeilijk is om de tips en oefening te blijven toepassen maken Daphne en Jeroen grote stappen voorwaarts. Hun primaire verlangen naar meer rust in de relatie wordt vervuld. Ze merken dat het beter gaat en hebben weer oog voor elkaar. Ruzies komen minder voor, een escalatie duurt minder lang waarbij ze steeds vaker tot een goede oplossing of compromis komen. 


Praktijkvoorbeeld Coaching - Therapie

Elsa werkt aan een opdracht waarin ze is vast gelopen. Niet alle informatie is voorhanden en haar leidinggevende heeft die mogelijkerwijs wel. Elsa zou de leidinggevende willen vragen om extra uitleg en informatie maar doet het niet. 

Bij dat idee krijgt ze het al warm. Ze vindt zichzelf stom omdat ze niet zeker is van haar zaak en dat maakt haar bang. Bang dat ze niet voldoet, niet voor vol wordt aangezien, met alle gevolgen van dien. En dus doet Elsa maar niets. Ze kent die reactie wel van zichzelf. Dit maalt maar door in haar hoofd en ze slaapt er soms slecht door. 

Ik ben stom en ik word niet goed genoeg bevonden
 zijn haar belemmerende gedachten. Die weerhoudt Elsa om extra uitleg of informatie te gaan vragen waarmee zij misschien prima verder had kunnen werken aan haar opdracht.